De geschiedenis van de kamerplant
March 04, 2020
Kamerplanten zijn helemaal in. Niet alleen onze huizen hebben we ermee vol gezet, ook in de horeca, op kantoren en scholen zie je steeds meer groen verschijnen. Inmiddels zijn we eraan gewend geraakt. Een ruimte zonder planten voelt zelfs een beetje leeg aan. Toch zijn kamerplanten niet van alle tijden. Verre van! Hoe komt het toch dat we op een dag massaal groen in onze huizen zijn gaan zetten?
Meer dan mode alleen
Het hebben van planten in huis is niet alleen maar een modeverschijnsel. Maatschappelijke veranderingen en wetenschappelijke inzichten hebben grote invloed op de (groene) inrichting van onze huiskamers. Zo waren er voor 1850 amper kamerplanten te krijgen. Planten werden alleen privé gehouden door rijke mensen met tuinen en oranjerieën.
Contact met de natuur
In het voetspoor van de industriële revolutie (in Nederland vanaf circa 1850) verschenen er steeds meer planten in de huizen. Dit kwam onder meer doordat mensen meer in steden gingen wonen. Door kamerplanten te houden konden ze het contact met de natuur behouden. Daarnaast kregen mensen meer vrije tijd. Ze gingen hun huizen gezelliger maken, omdat ze vaker thuis waren. Planten waren daar een belangrijk onderdeel van. Vanwege hun schoonheid, maar ook omdat het idee leefde dat ze goed zouden zijn voor de gezondheid.
Planten als opvoedmiddel
Het was ook in deze tijd dat de hoogopgeleide bovenlaag van de samenleving had besloten planten in te zetten als onderdeel van een beschavingsoffensief voor de sociale onderklasse. Ze dachten dat het verzorgen van planten voorbeeldige burgers zou opleveren. Er werden Floralia verenigingen opgericht om de ‘stadse paupers’ te begeleiden met hun plantverzorging: hierbij verwachtten ze dat ongewenste gedragingen als agressie, vandalisme en alcoholgebruik zouden afnemen door de dagelijkse omgang met planten. Dat is natuurlijk niet gebeurd, maar wel heeft het geleid tot een grotere interesse voor groen, ook in de lagere klassen.
Meer keuze
Met de komst van de bloemenveiling in Aalsmeer in 1920 kwam er ineens veel meer keuze in het plantenassortiment. Dit kwam vooral doordat de centrale verwarming haar intrede deed, waardoor het klimaat in de huizen drastisch veranderde. Mensen konden nu ook planten in huis zetten die een warmere leefomgeving nodig hebben. Dat was enerzijds positief, want de keuze in planten werd dus véél breder, anderzijds levert de droge lucht die gepaard gaat met die heerlijke temperatuur weer eigen problemen op. Opvallend is dat er lange tijd interesse was voor bloeiende planten. Vanaf de jaren zeventig kwam er meer interesse in grote bladplanten. Deze pasten beter in de strakke interieurs die toen hun intrede deden.